‘Welkom voelen heb ik mijzelf eigen moeten maken’

Een verhaal over hechtingstrauma en stapeltjesverlies. En over hoe je verbroken verbinding stukje bij beetje kunt helen.

In de kiem was er al eenzaamheid. Ik bewoog vast lekker in het vruchtwater, maar er was niemand die zich verbonden voelde met mij. Mijn biologische moeder liet mij letterlijk en figuurlijk niet toe, en ze deed direct na mijn geboorte afstand.

Toch twijfelde ze, waardoor ik niet meteen geadopteerd kon worden, maar in verschillende gezinnen werd opgevangen. Tot het gezin Sjoerdsma mij hun thuis bood.

Er was zorgeloosheid in mijn vroege jeugd. Spelen met vriendinnetjes, mijn best doen op school, heel veel boeken lezen, tekenen en verhaaltjes schrijven, spelen tussen de bomen en speelgoedhondjes aan een touwtje. Ietwat verlegen, maar vrijelijk in het leven.

Ik was gehecht aan mijn adoptiemoeder, en zij aan mij.

Alsof we vanzelfsprekend bij elkaar hoorden. Er was verbinding, ook fysiek. Zij streelde mij in slaap, en ik lag vaak met mijn hoofd op haar schoot.

De puberteit. Ik ging grenzen opzoeken. Roken, drinken, blowen, jatten … ik ging het liefste op in de groep hangjongeren. Ik wilde bij hen horen.

Net 14 en mijn moeder overleed. Heel plotseling. Van de een op de andere dag. Er was voor mij geen manier of naaste voorhanden, om te leren hoe ik met haar dood om kon gaan. Wat rouwen was.

Mijn blik ging naar buiten. Mijn menstruatie stopte.

Ik liet aan mijn stiefvader weten dat ik graag bij hem bleef wonen. Dat was wederzijds. Hij kreeg echter algauw een andere vriendin en een hartinfarct. En dat laatste verweet hij mij. Mijn gedrag was slecht voor zijn gezondheid. Ik moest uit huis.

Ik werd opgevangen door een cool pleeggezin. Ik wilde zo graag bij ze horen, maar ik voelde me een buitenstaander. Ik probeerde te pleasen, maar was van binnen boos en eenzaam en voelde me vaak afgewezen.

Op het moment dat ik dacht dat ik onze oude kat Gijs zag lopen – die mijn stiefvader samen met onze andere kat Durk naar het asiel had gebracht – en ik hem tevergeefs in de tuinen riep, is er iets in mij gebroken. Ik werd somber, depressief. Ik begon met automutileren.

Mijn gedachten waren zwart en ik wist zeker dat iedereen negatief over mij dacht.

Ik meende het te horen en aan hun blikken te zien. Ik voelde me niet langer tegen het leven opgewassen. Op mijn 16e werd ik vanwege mijn doodswens opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.

In een therapeutische gemeenschap leerde ik veel. Transactionele analyse, ik was er goed in om alles te begrijpen en toe te passen. Maar ik laveerde tussen laten zien dat ik iets goed deed – bevestig mij in mijn waarde – en bang voor afwijzing en dat vaak zo ervaren.

Ik ging vol goede moed op kamers.

En ik probeerde me opnieuw te begeven in de maatschappij. Maar al snel zat ik in de greep van anorexia. Ik begreep er niks van. Ik had mijzelf binnenstebuiten geanalyseerd, zoveel nieuw gedrag en denken aangeleerd. Ik deed vast niet goed genoeg mijn best! Een stevige innerlijke criticus werd geboren.

Anorexia werd boulimia. Ik kon niet omgaan met eten. Ik wilde wel anders, ik begreep de vicieuze cirkel ook, maar het lukte me niet. Iedere dag opnieuw had ik eetbuien en braken, op welke plek ik me ook bevond. Ik zie me nog sluipen over gangen, eerst met een volle tas, daarna met een emmertje. Ik at zelfs uit prullenbakken.

Idem dito met de alcoholverslaving. Iedere middag en avond dronk ik. Het gaf een gevoel van warmte en geruststelling. Dagelijks slikte ik ook kalmerende middelen.

Ik had mijzelf aangewend om voortdurend iets van buiten naar binnen te brengen.

Iets dat prikkelde, stilde, dempte, verwarmde, verdoofde.

Maar daarnaast had ik, godzijdank, ook een sterk deel dat zich actief kon en durfde bewegen in de wereld: ik had een opleiding journalistiek afgerond, een warm en leuk sociaal leven, ik genoot van boeken lezen, vakanties, sporten en ik had een super fijne baan.

Al die jaren droeg ik het label borderlinestoornis en werkte ik hard aan het beteugelen van mijn verslavingen. Nu weet ik dat al die verslavingen mijn manier was om me in de wereld te kunnen begeven. Manieren om houvast te ervaren, te kunnen reguleren, dempen en ontladen. Om geruststelling te krijgen. Nu weet ik dat mijn gevoel van onzekerheid, angst voor afwijzing, het niet-weten-waar-ik-het-zoeken-moet als ik alleen ben, reacties op trauma waren.

Hechtingstrauma en stapeltjesverlies. Al heel jong afgesplitst geraakt.

En die verbinding met mijzelf en anderen, het welkom voelen in de wereld, heb ik mijzelf eigen moeten maken.

Wat heeft geholpen?

Wat mij het meest heeft geholpen, is alle menselijkheid om mij heen.

Tijdens de anorexia periode kon ik bijkomen bij mijn vader en stiefmoeder, in hun omgeving van ritme en rust. Ik had in het studentenhuis huisgenoten die me steeds opnieuw betrokken bij activiteiten, waardoor ik me weer verbonden met het gewone leven ging voelen. De onvoorwaardelijke steun van mijn vrienden. Altijd weer was er iemand die luisterde, langskwam, me uitnodigde, en niet oordeelde.

Ook therapeuten die het meest menselijk waren, zorgden dat ik me een volwaardig, gelijkwaardig mens kon voelen. Ik leerde in co-regulatie bij mijzelf naar binnen gaan, stapje voor stapje verwelkomen wat er was, accepteren van kwetsbaarheden.

Ik vond terug wat nooit verloren was gegaan.

Op de werkplekken, waar ik werd gewaardeerd en mocht bloeien maar waar ook ruimte was voor periodes waarin ik het moeilijk had. Daarnaast de kracht van peer support. Samen met mensen met gelijke ervaringen met lijden en veerkracht, herkenning in de struggles en op ontdekking naar zingeving en herstel.

Eigenlijk vooral dat mensen mij zagen in mijn pijn én mijn schoonheid, mij hun hand reikten het leven in. En dat ik op mijn beurt nu degene kan zijn die anderen ziet en hen die hand reikt.

De relatie met mijn man vormde het keerpunt. Hij heeft mij nooit anders gewild dan dat ik ben. Een veilige en liefdevolle basis. We hebben samen twee kinderen en ik maak deel uit van een eigen gezin.

Hoe is het nu?

Ja, ik houd inmiddels van mijzelf. Van het leven. Ik heb vertrouwen in mijzelf, in anderen. Ik voel me meestal gewenst. Zowel het duister als het licht kan ik best goed herbergen. Ik heb veel zin in de toekomst. En ik ben lerende thuis in het nu te kunnen zijn. 

Mijn tips voor heling

Lichaamswerk

Wat mij heel erg heeft geholpen is lichaamswerk. De eerste jaren kwam er een intense babyhuil tevoorschijn, met kramp en gevoel van verstikking. Daarna deed ik subtieler lichaamwerk, zoals haptotherapie. Voelen wat er gebeurt in mijn lichaam, wat mijn lichaam wil, hoe ik het kan kalmeren. Vervolgens yoga, TRE, mindfulness, sensorimotor therapie, ademwerk. Steeds beter leerde ik mijn zenuwstelsel kennen, mijn reacties op innerlijke en uiterlijke sensaties. Steeds meer kon ik putten uit een bron van warmte, energie en heling. Ik leerde voelen wanneer trauma delen geactiveerd zijn door triggers, en hoe ik er dan innerlijk bij kan blijven en ze kan geruststellen, aandacht en ruimte geven. Ik leerde mijn keuzebewustzijn bij verslavingsgedrag vergroten.

Psycho-educatie

De tranen stroomden over mijn wangen toen ik de boeken van Janina Fisher las, ik herkende zo hoe ik in elkaar zat met gedrag en verslaving, en waarom dat zo is gekomen, waarom delen afgesplitst zijn geraakt. Ik begreep mijn jarenlange pogingen om een getraumatiseerd zenuwstelsel te reguleren. En leerde over de cyclus van onthouding en terugval; traumaresponsen nemen toe bij nuchterheid.

Ook het boek ‘Hongerige geesten’ van Gabor Maté heeft mijn perspectief op mijzelf en op mensen met verslaving voorgoed veranderd. Ik begrijp nu waarom er door vroegkinderlijk trauma, zoals het niet gekoesterd zijn als baby, nauwelijks keuzetijd zit tussen zucht en hiernaar handelen. Hoe dopamine en zelf serotonine aan kunnen maken, verstoord zijn geraakt. En je het daarom van buitenaf zoekt.

Een warm hart

Als iemand veel verlies heeft meegemaakt, en erg bang is voor afwijzing, help je mijns inziens het best door degene een open en warm hart aan te bieden. Kijk door het gedrag heen dat is ontstaan, zie de mens daaronder die dolgraag wil verbinden maar niet goed weet hoe. Zet in op wederzijds vertrouwen.

Annemarije Sjoerdsma is webredacteur bij Traumanet, peer support facilitator bij Enik Recovery College, herstelcoach bij Ruisch Coaching en werkt zelfstandig als TRE provider en ademcoach

Geschreven door:

Annemarije Sjoerdsma

Niets missen?

Ontvang updates over nieuwe artikelen op Traumanet.

Deze site wordt beschermd door  reCAPTCHA en de Google privacyverklaring en gebruikersverklaring zijn van kracht.

Deel dit artikel:

12 reacties

  1. Echt heel mooi Annemarije. Wat fijn dat traumanet in de lucht is gekomen en dat er mensen zijn die weten van trauma en herstel en hun kennis daarover willen delen!

  2. Ik zou willen protesteren tegen het gebruik van de term “stapeltjesverlies”.
    Het suggereert een soort handzaamheid die er juist helemaal niet is.
    Meerdere verliezen na elkaar maakt juist dat je niet meer kunt rouwen om één verlies, het wordt een groot gat waarin je niet goed meer kunt onderscheiden waar het om gaat.
    Gestapeld verlies of Verlies lawine zijn betere termen.

    1. Vervolgens val ik wat over jouw woorden betere termen. In jou ogen zijn het betere termen. Kijk naar de boodschap erin stapeltjesverlies klinkt ook lief, een zachtheid zit er voor mij in. Een fijne dag wens ik je Elsbeth met warmte, openheid en voelen waar je staat , 🙂 hoe je staat bijvoorbeeld. Voor mij is lichaamswerk, het steeds beter leren ervaren van het lichaam zo ondersteunend en hoopgevend. Je spieren inzetten en dus voelen.
      Annemarie heeft een dappere reis gemaakt en vond de woorden stapeltjesverlies passend.

  3. de titel over welkom voelen is zo veelzeggend en belangrijk! Je nooit ergens welkom kunnen voelen door wat er gebeurd is in je vroege jeugd, is vaak de basis voor ‘gedrag’ dat zo gemakkelijk veroordeeld kan worden. Dank voor dit mooie kwetsbare eigen verhaal!

  4. Het enige wat ik nu kan denken is er is nog veel mogelijk. Ik had tot voor kort geen idee wat ik kon doen. Altijd weer de missing link. Nu via een meer lichaamsgerichte therapeute leer ik langzaam contact te maken met mezelf en mijn lijf. Dank voor je openheid!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer artikelen

Laat een opmerking achter

Heb je een opbouwende opmerking over deze pagina?
Laat je e-mailadres achter zodat we eventueel contact met je kunnen opnemen.