Dat, precies dat.
Dat wat mij liet leven toen het niet meer te doen was.
Ik kan me de talloze keren herinneren dat ik naar binnen moest, diep in mijzelf, op zoek naar de verborgen kracht waarvan ik wist dat ik daaruit kon putten. Om te overleven.
Een groot diep meer in mij vol onverwoestbaar, donker water. Bitterkoud en alomvattend. Het verhardde mijn spieren en maakte me onmetelijk sterk. Focus, aandacht, adrenaline en gaan. Diep in dat meer duiken en mijzelf daar achterlaten. Om te kunnen zijn wat er gevraagd wordt. Mijn garantie tot volhouden, niet omvallen, niet verzwakken. Mijn garantie tot leven.
Alleen met dat, precies dat, kon ik de angsten en dreiging trotseren
Maar dat, precies dat, heeft mij ook mijn bestaansrecht ontnomen. Mijn kwetsbaarheid gevangen genomen, mijn gevoelens onderdrukt, mijn creativiteit afgesloten. Het heeft me laten verworden tot een machine, bijna, wetend hoe te handelen in welke situatie, aanvoelen hoe in te spelen op dreiging en kwaad, altijd waakzaam om in gevecht te gaan met het gevaar.
Niets was wat het leek en alles kon ontsporen. Elk moment exploderen. Tegen me gebruikt worden. Nooit een zekerheid, altijd drijfzand. Continu geknaag aan mijn ziel, aan mijn zijn. Angst voor onveiligheid. Dreiging.
Hoe doe je iets wat niet te doen is?
‘Want de pijn die blijft, het zit dieper dan dat…’
– Meau
Als je trauma ervaart, ben je niet veilig in je eigen lijf. De signalen van angst zijn verwarrend en doorkruisen je plannen, je balans, je gevoel van eigenwaarde en je idee van jouw plek in de wereld. Als je lichaam voelt alsof het bijna van een rots gaat storten terwijl je bij de supermarkt staat, is dat op zijn minst niet effectief te noemen.
Je focus verdwijnt, je gedachten en gevoelens gaan naar binnen en zijn gericht op beheersing en het dempen van de paniek. Ik vind mezelf een doorzetter, ik ben sterk en stoer maar dit is een grotere kracht dan alle bagage die ik denk te hebben om met de tegenslagen in het leven te kunnen dealen.
Een orkaan door je lijf op je werk, een pistool tegen je hoofd tijdens het eten, badend in het zweet wakker worden uit een nachtmerrie, verborgen woede diep in je lichaam voelen razen.
Bang zijn dat die woede losbreekt omdat het zo onbeheersbaar voelt. Maar ook moe zijn van de onderdrukking
Doodmoe van de fysieke en mentale pijn.
Soms tref ik mijn dochter in tranen, met een blik die ver van de wereld lijkt en met haar vuisten gebald. Ik zie al haar spieren spannen. Ze is er, maar ze is er niet. Ze voert een gevecht. Ik herken het. Zo veel pijn kan niet. Dat kan haar lichaam niet. Dat kan haar geest niet. Ze slaan het op en gooien het in hopen en ongecontroleerd naar buiten. En ondertussen gaat het leven verder.
Trauma maakt het heel lastig om zuiver te voelen. Om het leven te laten komen, om te genieten, om te zijn
Ik heb de laatste vijftien jaar waakzaam moeten zijn. Op mijn hoede en klaar om in te grijpen. Er was altijd een potentieel gevaar. Nu lijkt mijn lichaam daarop geprogrammeerd. Heel onbewust beschouw ik de wereld op die manier. Ik leef niet in een isolement; ik werk, ik lees, ik heb vriendinnen, ik hou van mijn lief, ik shop, ik lach, ik drink, ik vrij. Ik kan leven.
Maar ook weer niet. Want diep in mij voel ik continu het litteken van de grootste wond. Soms houdt hij zich rustig, soms irriteert hij en soms barst hij open. Zomaar ineens of met een aanloop.
Ik zal mezelf keer op keer
moeten toestaan
die pijn,
die te groot is
om er woorden aan te geven,
te voelen en te aanvaarden.
Onder het meer duiken,
door de heftige golven heen.
De kern te raken,
door de angst.
Daar alles aanvaarden,
mezelf lief te hebben
en te omarmen
in mijn allerkwetsbaarste,
het allermoeilijkste.
Naar de kern; de onmetelijke pijn van de kindjes, en naar mijn pijn.
Ze ontvangen,
alles voelen,
en bezitten.
Laten zijn om
los te laten.
De tranen die dan komen,
zijn zuiver.
Daar is het water helder,
blauw en kalm.
Daar komen alle seizoenen voorbij.
Daar stroomt mijn leven.
Daar ben ik.
Caroline: ‘Ik houd van het leven maar het leven was niet altijd zacht voor mij. Toch voel ik de kracht om door te gaan en mijn positiviteit en levenslust niet te verliezen. Ik hoop door mijn woorden anderen te inspireren ook woorden te gaan geven aan hun pijn. Omdat ik weet dat dat rust kan brengen, en ruimte om door te gaan.’
Eén reactie
Dankjewel voor je waarachtige woorden Caroline en je kracht die hieruit spreekt & resoneert
Lieve groet,
Margriet