Praten over wat er met je is gebeurd, wat je voelt, wat je denkt, vormt vaak een belangrijk onderdeel van therapie. Maar soms zijn er geen woorden, of zijn ze er wel, maar kunnen of mogen ze niet naar buiten worden gebracht. En dat kan Anne van Winkelhof dan weer als geen ander verwoorden.
‘Als je steeds maar niet praat, maakt me dat onzeker.’
Tegenover mijn therapeut was ik alle woorden kwijt. Na jaren van stiltes in de stoel merkte ik dat er bij de therapeut ergernis ontstond. Zo kreeg ik te horen dat het een keuze was om te luisteren naar iets in mij wat niet mocht praten. Een vorm van afweer. Een manier om mijn verantwoordelijkheid in de therapie te ontlopen. Wantrouwen van de therapeut, die zich toch jaren voor mij heeft ingezet.
Alles hoorde ik. Alles bleef onzegbaar. Ik dacht altijd: geen woorden, geen schuld. Maar dat werd: geen woorden is schuld.
Taal uit noodzaak
‘Op een gegeven moment wel gaan praten’ is vaak een voorwaarde voor psychotherapie. En om überhaupt in therapie te raken, is praten nodig. Nu ik net een uitgebreid diagnostisch traject heb afgerond, merk ik hoeveel woorden ik heb gezegd waarvan ik voelde dat ik ze moest zeggen. Hoe ik mijzelf steeds maar het podium opduwde, terwijl ik eigenlijk trillend van plankenkoorts achter het gordijn wilde blijven. Hortend en stotend kwam er een taal uit mij, maar niet op eigen tempo. Een taal uit noodzaak: omdat ik een DSM-classificatie nodig heb om een voor mij passende behandeling te krijgen.
Bij vroege verstoringen is er geen taal voor handen. Toen niet en nu nog niet. Het gaat vaak om dingen die niet vast te pakken zijn, niet te begrijpen en al helemaal niet te vatten in woorden waarmee we dagelijks communiceren. Het gaat over een gebrek aan een veilige ruimte om jezelf van binnen naar buiten te vertalen.
In mij stapelen de woorden zich op, talen groeien over en door elkaar heen. Zoals met zo’n grijpmachine op de kermis probeer ik iets te vangen. Maar ik win niets, niets wat ik vast kan pakken, niets waar ik grip op lijk te hebben, niets waarvan ik voel dat ik het weet.
Symbolische taal
De taal waarmee wij dagelijks communiceren klopt voor mij vaak niet met wat ik in mij meedraag. Geen woord zal passen, geen woord mag passen. Een symbolische taal kan helpen ruimte te maken voor wat nog niet gezegd kan worden, wat niet gezegd mag worden, wat ongezegd moet blijven. Een symbolische taal kan helpen om te mogen, durven, kunnen erkennen dat er iets onwoordelijks is gebeurd.
Het wordt lastig wanneer die zelfgekozen symbolische taal in contact met de ander een reële taal wordt. Omdat de ander in die taal vaak op zoek gaat naar begrip en verklaring. Wanneer de woorden die ik uitspreek bij de ander aanbelanden, komen daar de interpretaties, gedachten en gevoelens van de ander bij. Wat onwoordelijk is, krijgt dan ineens een context, een verhaal. En er is niets enger dan dat wat onwoordelijk is ineens woorden krijgt.
Taal in therapie
In een eerdere blog voor Traumanet schreef ik over mijn zoektocht naar heling in de therapeutische relatie. Volgens deskundigen is dat de plek om te herstellen van vroegkinderlijke traumatisering. Ik heb echter gemerkt dat juist de therapeutische relatie in de weg kan zitten bij het durven en kunnen praten.
In een intensieve, langdurige psychotherapie wordt vaak verwacht dat de cliënt op een bepaalde manier in contact is. Dat dit contact soms alleen bestaat uit aanwezig zijn, wordt lang niet altijd verdragen. Niet door de therapeut en niet door de cliënt zelf. Ik kon gevoelens van wanhoop ervaren als het me wéér niet lukte om te praten.
Om dit te doorbreken, kwamen er allerlei goedbedoelde therapeutische interventies om de hoek kijken. Een voorbeeld is wat Siebrecht Vanhooren ‘re-experiencing’ noemt. Daarbij probeert de therapeut ‘gewaar te worden wat de cliënt beleeft, en doet hiervoor een beroep op haar of zijn eigen felt sense en probeert hier woorden aan te geven’ (Vanhooren, 2023*). Door woorden aan te reiken kan de cliënt bij zichzelf nagaan of die kloppen of enigszins in de buurt komen.
Soms zijn er geen woorden en dan kan het helpen als er handreikingen worden gedaan. Maar soms is er juist wel een taal, binnenin, maar kan of mag er niets naar buiten worden gebracht. Woorden die in zichzelf verwikkeld of verstopt zitten. Mensen die in zichzelf verwikkeld of verstopt zitten. Mensen voor wie in contact zijn geen vanzelfsprekendheid is. Dan kan zo’n interventie juist overweldigend aanvoelen. Zeker wanneer er geen afstemming is geweest over het doen van zo’n interventie en het doel ervan.
Het zou mooi zijn als we een stap terug kunnen zetten en de drang om betekenis te geven of te verklaren, kunnen loslaten. Het startpunt van een therapeutische relatie zou dan het basisvertrouwen zijn dat er altijd wel een proces of beweging gaande is, ook als die non-verbaal en niet-zichtbaar is. Als een zee die zichzelf steeds weer terughaalt.
als iemand veilig aanraakt
wat er allemaal in mij speelt
dan word ik een zee
en ga ik golven
* Vanhooren, S. (2023). Op de bodem. Existentiële thema’s in psychotherapie en begeleiding. Pelckmans.
Anne van Winkelhof (1991) is ervaringsdeskundige, schrijver en bestuurslid van vereniging Caleidoscoop. Anne organiseert intervisies over de therapeutische relatie voor zowel cliënten als behandelaren en geeft lezingen over o.a. de therapeutische relatie, hechting, dissociatie en stigma. Lees meer op haar website annevanwinkelhof.nl.
5 reacties
Als een cliënt iets niet uit kon spreken, vroeg ik of ze “het” een woord wilde geven of een nummer smaak, geluid, fantasienaam enz. De lading van de cliënt zit dan daarin en ik kon hiermee werken zonder dat ik het verhaal hoefde te weten. Soms moet iets heel blijven juist om geheeld te worden.
Woorden zijn zó persoonlijk en de juiste snaar juist zo belangrijk in het werk.
Ik kan geen therapeutenbabbel meer verdragen. Als er dan al sprake is van iets met hechting, dan is de therapie afgelopen, ben je niet ‘ ‘veranderingsgericht’ of worden ze zwanger/ ziek/ andere baan . Dan wordt het veilig therapeutisch veld met gemak onder je vandaan getrokken. Moet je maar hulpbronnen aanspreken in jezelf, die er nooit zijn ingestopt. Die veiligheid is n kunstmatig proffesioneel middel en niet echt. Ik wel uit met hechten , en helen is nog niet eens in de buurt gekomen. Ik ben n mens en niet iemands werk.
Wat een mooie manier, Jip
Ik persoonlijk schrijf liever. Bij voorkeur onder pseudoniem. Al dat gepraat en gevraag maakte dat ik mezelf niet eens kon horen of voelen. Kan geen therapeutenbabbel meer verdragen.
Wauw, dankjewel voor deze tekst. Kan ik weer even iets ademhalen, was bang mijn hoofd ook verloren te hebben, samen met die woorden. maar dit helpt, dat ik niet de enige ben. Ga ik weer verder, naar een andere taal zoeken.