
Als een vaas kapotvalt, is het moeilijk om anderen te laten zien hoe die er ooit uitzag. Je kunt vertellen over de kleuren, de vorm, het doel waarvoor je hem gebruikte en waar hij stond. Je kunt de scherven laten zien, de scherpe randen die achterbleven.
Sommige vazen worden gelijmd, je kan weer iets herkennen van hoe het eruit zag, als je de naden waar het aan elkaar is gelijmd wegdenkt en soms is het mooi gemaakt met gouden randen.
Maar de oorspronkelijke vaas, zoals hij was, blijft onzichtbaar, je kan je er alleen een beeld van maken.
Zo voelt het vaak. Ik wil kunnen omschrijven wie ik in wezen ben, kunnen herinneren wie ik ben, maar het blijft fragmentarisch, uit elkaar gevallen in scherven en splinters. Verdeeld, gebroken, beschadigd. Gebutst en gedeukt.
Mensen zagen de wonden, de kwetsbaarheid, misschien zelfs de momenten waarop ik dissocieerde, viel, het nu niet meer kon onderscheiden van het toen, of met een te laag gewicht bleef rondlopen, vooral heel veel bleef lopen. Alsof heelheid een herinnering is die nooit helemaal van mij was.
Mijn vaas brak veel te vroeg.
Maar in tegenstelling tot een vaas werd ik ouder en groeide ik door. Ik ben niet meer op de plek waar ik was toen alles nog heel was. Dat wat ik deed is niet meer hetzelfde als dat wat ik nu doe en kan. Mijn interesses en activiteiten zijn veranderd. Mijn lichaam is veranderd. En ook de kleding die ik draag. Ik lijk niet meer op toen, maar misschien is dat niet erg.
Want te midden van alles wat gebroken voelt, is er ook een deel dat heel is gebleven.
Een deel dat wacht om gezien te worden en te mogen leven. Om ruimte te krijgen, om te oefenen, te ontdekken, te vertrouwen. Ze mag er zijn, zonder angst voor nieuwe breuken. Ze mag vallen en opstaan, in een wereld die veilig genoeg is om haar te dragen. Gedragen door de mensen om mij heen en bovenal inmiddels steeds beter door mijzelf.
Misschien ben ik zelf wel het meest nieuwsgierig naar hoe mijn heelheid eruitziet. En als ik haar gevonden heb, zet ik een bos bloemen in wat ooit de gebroken vaas was. Want ook dát is eerherstel: niet ontkennen wat gebroken is, maar erkennen wat heel is gebleven.
Niet de ontkenning van schade, maar de erkenning van kracht!
Dante studeerde af als sociaal pedagogisch hulpverlener, studeert rechten en gezondheidspsychologie. Ze zet zich in voor eerherstel en heling na trauma. Vanuit Traumanet en Majlief werkt ze aan bewustwording, kennisdeling en ondersteuning voor mensen die hun weg zoeken na ingrijpende ervaringen en voor mensen die hier als naaste of professional bij betrokken zijn. Momenteel ontwikkelt ze Majlief, een initiatief waarin verhalen, kunst en professionele inzichten samenkomen om de dialoog over trauma, eerherstel en zingeving te verdiepen en herstel in vertrouwen en verbinding met de samenleving. Bekijk Majlief op majlief.nl.
Eén reactie
Wat ontzettend treffend geschreven. En heel herkenbaar. Versplinterd en tegelijkertijd nog heel.