"Children don’t get traumatized because they’re hurt, they get traumatized because they’re alone with their hurt." – Gabor Maté
Niet wat er met je is gebeurd, maar hoe er met je is omgegaan nadat het gebeurde. Verwarring in liefde, aandacht, warmte, contact. Verwarring door wel en dan weer niet, door aan en weer uit, door nabijheid en dan weer afstand, door zien en dan weer ongezien, door zijn en niet-zijn, door ademruimte en ademinhouding, door traag, snel, vlot, star, lief, stout, fijn, eng, pijn, zacht, warm, koud. Verwarring in gepaste, liefdevolle en onvoorwaardelijke aansluiting. Daar valt een kind uiteen.
Verwarring: geen vaste grond onder mijn voeten
Therapie voor mensen met (vroegkinderlijk/hechtings-/ontwikkelings-) trauma gaat dikwijls over het verwerken van traumatische gebeurtenissen. En tegenwoordig gaat het er ook over hoe snel de verwerking kan. Als ik dat voorbij zie komen, ga ik altijd twijfelen of ik ‘wel echt trauma’ heb, want ik heb het meest last van verwarring. Het voelt alsof er geen basis is, geen vaste grond onder mijn voeten.
De oorzaak van die verwarring is misschien wel trauma, maar ik kom daar niet bij, mede door die verwarring (is het wel waar? Wie ben ik? Wie was ik? Hoe kom ik bij die beelden/herinneringen?). Het blijven bevragen of teruggaan naar herinneringen helpt voor mij (in eerste instantie) niet. Het voelt alsof ik mondeling examen moet doen en de examenstof net mijn hoofd is uitgevlogen. Het versterkt de verwarring. Het herhaalt het gevoel van er alleen voor staan, in de steek gelaten worden in compleet onveilige chaos.
Contact in de spreekkamer
Therapeuten die dit lezen, zullen mogelijk denken: ‘Dat is een traumareactie’. Dat zou kunnen kloppen en ik geloof ook wel dat je die ‘traumalading’ kunt verwerken. Maar er is eerst zo veel anders nodig. Iets waar we te weinig over lijken te praten in de spreekkamer. Namelijk wat het contact in het hier en nu doet, hoe veilig of onveilig dat is, wat er (on)bewust wordt opgeroepen, wie de ander (de therapeut) is, wat die (on)bewust meebrengt, wederkerigheid en de (ont)hechting van de therapeut zelf.
Hechting en de therapeutische relatie
In principe zijn dit allemaal algemeen bekende termen. Toch merk ik al jarenlang een bepaalde vervreemding op in de spreekkamer als ik het hierover wil hebben. Het blijft op de een of andere manier te onbesproken hoe onevenwichtig zo’n therapeutische relatie kan zijn, zeker bij (het verwerken van) trauma.
De therapeutische relatie kan een herstellende relatie zijn, een relatie om positieve hechtingservaringen in op te doen. Maar tegelijkertijd is het een scheve relatie, waarbij macht en afhankelijkheid een rol spelen. Elementen die bepaalde dingen oproepen in het lichaam, en onbedoeld herbeschadigend kunnen zijn.
In studies over de therapeutische relatie gaat het vaak over de ‘klik’. Ik hoor therapeuten weleens, uit de beste bedoelingen, zeggen: ‘als ik maar nabij ben’. Juist ook die klik, juist ook die nabijheid, kunnen leiden tot onbedoelde herbeschadiging. Het steekt zo verschrikkelijk nauw.
Ik zie om me heen voorbeelden waar het vaak of de ene kant (bijna altijd beschikbaar zijn, op alle levensgebieden) of totaal de andere kant (behandelaar is een emotieloze muur) uitgaat. Zoals voor alles geldt ook hier: er is geen waarheid. Het is maatwerk. We hebben het er gewoonweg veel te weinig over met elkaar. Ik ken te weinig intervisies, supervisies en bijscholingen die specifiek hier over gaan. En als we het er niet over hebben, hoe kunnen we dan van elkaar leren?
Herstel van de verwarring
In alle therapeutische relaties die ik heb gehad, heb ik me verdeeld gevoeld tussen verschillende realiteiten. Ik heb moeten leren vasthouden, terwijl ik tegelijkertijd moest leren loslaten. Ik moest dichtbij genoeg maar zo ver weg mogelijk blijven. En het werd mijn taak om hier woorden aan te geven, om te beschrijven wat er speelde in het contact – zo veel meer dan wat raakt aan ‘overdracht’ en ‘tegenoverdracht’.
Dat terwijl ik op zoek was naar herstel, herstel van een gebrek aan gepaste en onvoorwaardelijke aansluiting.Herstel van wat geschonden is. Herstel van traumatische gebeurtenissen – met de ruimte, vertraging en veiligheid om daarbij te komen. Herstel van de verwarring.
Of dat kan in de therapeutische relatie, met de therapeutische tools die er op dit moment zijn, daar ben ik nog niet over uit. En dat is verwarrend.
Anne van Winkelhof (1991) is ervaringsdeskundige, schrijver en bestuurslid van vereniging Caleidoscoop. Anne organiseert intervisies over de therapeutische relatie voor zowel cliënten als behandelaren en geeft lezingen over o.a. de therapeutische relatie, hechting, dissociatie en stigma. Lees meer op haar website annevanwinkelhof.nl.
6 reacties
Hi Anne,
Wat een mooi blog heb je geschreven! Heel herkenbaar, als cliënt en als therapeut. En het is precies waar wij ons bij het Kempler Instituut Nederland hard voor maken: onze studenten leren om dit maatwerk te ‘leveren’. Om heel nauwgezet te kijken wat er in het hier-en-nu in het contact tussen hulpverlener en cliënt gebeurt en dat zo te hanteren dat de cliënt in die ontmoeting kan helen en groeien. We zijn geen groot instituut en niet zo bekend, helaas. Fijn dat jij met jouw werk ook bijdraagt aan hulpverleners die dit kunnen! Hopelijk komt hier steeds meer aandacht voor en kundigheid in. Keep up the good work!
Groetjes,
Anneke
Hetgeen wat ik lees ontroerd en raakt me, zelf hulpverlener (SPV), die kortgeleden zelf hulp zocht bij een BGGZ praktijk. En precies dit heeft ervaren, een negatieve ervaring bij een therapeut die te star in het sjabloon bleef zitten (protocol/rom etc), weinig emotie en empathie toonde en mij vervolgens ‘controle behoeftig’ vond als ik mijn gedachte deelde en handreikingen deed in wat ik nodig had. Ik vond geen veiligheid en voelde me niet gezien, dit maakte mij stekelig en onzeker. Deze ervaring heeft me erg teleurgesteld. Maar uiteindelijk ook veel geleerd tbv mijn eigen aandeel in mijn rol als hulpverlener. Wat ik weer mee kan nemen in mijn eigen praktijk.
Dit bericht versterkt mijn gevoel dat de relatie met de therapeut de effectiviteit van de behandeling kan versterken (of juist niet). Er zijn vele vormen van therapie gericht op trauma. Zo ook (kortdurende) therapievormen waar met verschillende therapeuten werkt wordt. Uit onderzoek blijkt dat dit een effectieve manier van behandelen is. Zelf ben ik er geen voorstander van, want juist de relatie met de behandelaar kan het in mijn ogen juist maken (of niet). Effectiviteit zit voor mij in de relatie met de behandelaar. Mooi blog!
Herkenbaar verhaal Anne, knap uitgewerkt. De vinger op de zere plek.
Om te herstellen van hechtingstrauma gevolgen kun je niet in het ggz systeem terecht, met zijn protocollen, wisselingen. De zgnd heilzame therapeutische vertrouwensband , het veilige veld waarbinnen gewerkt kan worden, wordt zo onder je voeten vandaan getrokken om zakelijke redenen.
Met wat mazzel herstel je nog wat doordat iemand in het dagelijks bestaan bereid is met jou een relatie aan te gaan, door er te zijn en er te blijven. Anders zijn er nog mooie resultaten met dieren te behalen.
Onvoorwaarlijkheid zit er echter niet in, nooit , dat is voorbehouden aan ouder en kind relaties. Wat er toen niet was, ( trauma in hechting en het zelf ) krijg je later nooit meer. Bovendien valt het amper uit te leggen aan mensen met wel een veilige jeugd, die weten immers niet anders dan dat iets er is, wat bij jou ontbreekt.
Ik kan niet anders zeggen dan dat het verdomde triest is. Ik vind aansluiting) herkenning in de beschrijving van Niemands kinderen (zie het boek).
Sterkte, en liefs!
Algehele verwarring. Zie dat maar eens te ontrafelen. Het voelt als een never ending story ondanks de korte periode dat we hier zijn. Waar onbegrip de boventoon voert. Best een hele kluif.
Still standing!