Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS (BEPP)

Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS, afgekort BEPP, is een intensieve behandeling om meerdere traumatische ervaringen te verwerken. De insteek is emoties toelaten en betekenisgeving. 

Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS (BEPP) is een individuele, intensieve behandeling voor het verwerken van vaak meerdere traumatische ervaringen. Het is specifiek ontwikkeld voor mensen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS).

De therapie legt de nadruk op het toelaten van de hevige emoties van verdriet en boosheid die samenhangen met de traumatische ervaringen. Hierdoor kan de angst afnemen en wordt vermijding en verdringing doorbroken. Er wordt ook gerouwd om het verlorene.

Bij BEPP wordt de partner of iemand die jou tot steun is betrokken bij de behandeling.

Verschillende onderdelen

In de behandeling wordt gebruikgemaakt van:

  • Psycho-educatie (uitleg over trauma, PTSS en de behandeling)
  • Imaginaire exposure therapie (gecontroleerde herbeleving van de gebeurtenissen)
  • Schrijfopdrachten en voorwerpen met herinneringen
  • Betekenisgeving
  • Vaardigheden voor de toekomst
  • Een afscheidsritueel

BEPP is in de jaren 80 ontwikkeld door prof.dr. Berthold Gersons voor politiemensen met PTSS bij het AMC. Hier richtte hij ook de politiepoli op. Deze is nu onderdeel van ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum.

Inmiddels wordt BEPP al jaren in vele landen toegepast bij diverse mensen met PTSS. In BEPP zijn elementen uit verschillende psychotherapie-richtingen samengebracht, zoals cognitieve gedragstherapie, hypnotherapie, psychodynamische psychotherapie en directieve therapie.

Voorheen was de therapie bekend als KEP, maar om beter aan te sluiten bij de Engelse naam (Brief Eclectic Psychotherapy for PTSD) is deze Nederlandse naam gekozen.

De behandeling telt 16 sessies. Iedere sessie heeft een specifiek doel.

Sessie 1: psycho-educatie

In de eerste sessie ga je het verband zien tussen klachten en het meegemaakte trauma. Centraal staat de vraag hoe het komt dat je nog bang kunt zijn voor iets uit het verleden. Vervolgens krijg je uitleg over PTSS en de inhoud van de behandeling. Je kunt je partner of iemand die je tot steun is meebrengen.

Sessie 2 t/m 6: exposure en schrijven

In de volgende sessies vindt imaginaire exposure plaats. Na korte ontspanningsoefeningen ga je heel langzaam terug naar de gebeurtenis alsof die weer plaatsvindt. Doel is emoties uiten en angst doorbreken. Deze fase kan worden gestimuleerd door voorwerpen mee te nemen die herinneren aan de gebeurtenis.

Ook kun je in deze fase een brief schrijven, bijvoorbeeld om boosheid te uiten of om afscheid te nemen. Tekenen kan ook.

Sessie 7: evaluatie

Samen met de therapeut en partner of naaste kijken jullie hoe het resultaat van de therapie is tot nu toe, en wat er misschien anders kan of nodig is. De bedoeling is dat in deze fase de klachten grotendeels weg zijn en je als het ware ‘wakker’ wordt.

Sessie 8 t/m 15: betekenis geven

Centraal tijdens deze sessies staat het gegeven dat je niet meer dezelfde bent. Dat je misschien verdrietiger bent geworden, maar ook wijzer. Nu houd je je bezig met de vraag hoe je tegen de wereld en jezelf aankijkt.

In sessie 15 wordt het afscheidsritueel voorbereid. Dat houdt in dat je op een symbolische manier afscheid neemt van het trauma. En hoe en met wie je gaat vieren dat je weer verder gaat de wereld in.

Sessie 16: terugblik en vooruit kijken

In deze bijeenkomst kijk je terug op wat je hebt geleerd, en hoe je dit kunt blijven gebruiken in de toekomst.

De therapie wordt afgesloten met een afscheidsritueel, waar de therapeut niet bij is.

Traumatische ervaringen laten diepe sporen achter in het dagelijks leven. Mensen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) hebben lange tijd na de traumatische gebeurtenissen last van psychische en fysieke klachten.

De klachten uiten zich vaak in de vorm van:

  • Angst en spanning
  • Herbelevingen
  • Vermijding en verdringing
  • Constante alertheid en waakzaamheid
  • Sterke prikkelbaarheid
  • Stemmingswisselingen
  • Verdoving

Voor een BEPP-behandeling kun je terecht bij een gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog, psychiater of verpleegkundig specialist die hierin is opgeleid. Vaak ook bij instellingen die gespecialiseerde traumabehandeling bieden.

ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum biedt uitgebreide informatie over de achtergronden en werkwijze van BEPP.

Leestip

Kijktips

Met medewerking van:

Berthold Gersons

Ontwikkelaar van de BEPP, senior wetenschappelijk adviseur van ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum en emeritus hoogleraar psychiatrie bij het Amsterdam UMC.

Deel dit artikel:

Kijktip

Laat een opmerking achter

Heb je een opbouwende opmerking over deze pagina?
Laat je e-mailadres achter zodat we eventueel contact met je kunnen opnemen.