traumanet logo

PTSS-symptomen

PTSS wordt gekenmerkt door symptomen binnen vier verschillende categorieën. Deze symptomen zijn ontstaan na het meemaken of getuige zijn van één of meerdere traumatische gebeurtenissen. Waar iemand precies last van heeft, verschilt per persoon. 

Het kan zijn dat je vooral last hebt van nachtmerries en angstgevoelens, of juist van de prikkelbaarheid en je constant opgejaagd voelen. Of van allemaal tegelijk. Niet één mens met PTSS is hetzelfde. Er is een grote variatie in klachten die je kunt ervaren, hoe lang je er last van hebt, en in welke mate. 

Mensen met een posttraumatische stressstoornis kunnen dus erg van elkaar verschillen, maar hebben met elkaar gemeen dat ze in verschillende vormen en mate vier kernsymptomen van PTSS ervaren. 

Kernsymptomen van PTSS

1. Intrusies: vormen van herbeleven

Intrusies zijn plotseling opkomende gedachten, geluiden of beelden, die vaak intense angst oproepen en erg realistisch lijken. Mensen met PTSS ervaren vaak intrusies in de vorm van steeds terugkerende en indringende herinneringen aan een traumatische ervaring.

Er kunnen verschillende vormen van intrusies worden onderscheiden: 

  • Herbelevingen: verwijzen naar het ervaren van intense en levendige herinneringen aan een traumatische ervaring. Dit kunnen beelden, geluiden, geuren of gevoelens zijn die zich op onverwachte momenten voordoen.
  • Flashbacks: verwijzen naar een specifieke vorm van herbeleving waarbij iemand het contact met het hier en nu verliest en zich volledig in het moment van een vroegere traumatische gebeurtenis waant. Dit leidt vaak tot intense angst, paniek en het gevoel dat het trauma opnieuw plaatsvindt.
  • Nachtmerries: verwijzen naar angstaanjagende en verontrustende dromen. Nachtmerries bij PTSS houden vaak verband met een traumatische gebeurtenis en kunnen zo realistisch aanvoelen dat iemand het gevoel heeft dat de gebeurtenis opnieuw plaatsvindt.

Herbelevingen, flashbacks en nachtmerries kunnen heel overweldigend zijn en gepaard gaan met dezelfde stress en emoties die tijdens de oorspronkelijke situatie werden ervaren. Ook kunnen ze heftige lichamelijke reacties veroorzaken, zoals een verhoogde hartslag, zweten, trillen en een gevoel van onwerkelijkheid of dissociatie

Deze ‘intrusieve’ symptomen kunnen variëren in frequentie en intensiteit. Sommige mensen met PTSS hebben er maar af en toe last van, terwijl anderen er dagelijks mee te maken hebben. 

2. Vermijding

Bij PTSS speelt het bewust en onbewust vermijden van situaties en dingen die aan de traumatische gebeurtenis herinneren en veel angst oproepen vaak een grote rol. Dit kan onder andere gaan om het vermijden van specifieke situaties, plekken, activiteiten, emoties, type mensen, geuren en geluiden.

In principe kan alles wat geassocieerd is (geraakt) met een traumatische gebeurtenis een bron van angst en overweldiging worden, en daarom worden vermeden. Dit worden ook wel triggers genoemd. Het kan gaan om hele specifieke dingen die direct verband houden met een traumatische gebeurtenis, bijvoorbeeld een bepaalde locatie of specifiek geluid, maar het kunnen ook dingen zijn die hier op lijken of indirect aan een gebeurtenis doen denken. 

Hoewel vermijding een belangrijke functie heeft: het proberen te voorkomen van overweldiging en herbelevingen, heeft het op den duur vaak een grote negatieve invloed op het dagelijks leven van mensen en neemt angst eerder toe dan af.

Vermijding kan er ook toe leiden dat er steeds meer dingen beangstigend worden, en dus worden vermeden. Hierdoor kunnen mensen in een sociaal isolement raken, de deur niet meer uit durven en zich steeds minder onderdeel voelen van de maatschappij. 

3. Negatieve gevoelens en gedachten

Een belangrijk aspect van PTSS zijn negatieve gevoelens en gedachten, die zijn begonnen of verergerd na het meemaken van een traumatische gebeurtenis. Dit wordt ook wel omschreven als ‘negatieve veranderingen in stemming en cognitie’. 

Mensen met PTSS kunnen zich somber, leeg en hopeloos voelen. Ze kunnen zich schuldig of beschaamd voelen over wat er is gebeurd, en zichzelf de schuld geven. Ook kunnen ze moeite hebben om zich te concentreren, en problemen ervaren met aandacht en geheugen. 

Negatieve gevoelens en gedachten kunnen zich op verschillende manieren uiten:

  • Negatieve gedachten: over jezelf, de ander en/of de wereld om je heen. Dit kan ook gaan om negatieve verwachtingen en overtuigingen, en een vertekend beeld hebben van jezelf, de ander en/of de wereld.
  • Negatieve gevoelens: zoals somberheid, schuld, schaamte, boosheid, hopeloosheid en waardeloosheid.
  • Zelfverwijt: veel mensen met PTSS verwijten zichzelf wat er is gebeurd en worstelen met schuldgevoelens, zelfs wanneer ze absoluut niet schuldig zijn.
  • Geheugen- en concentratieproblemen: problemen met aandacht, concentratie en geheugen komen veel voor. Mensen kunnen ook moeite hebben om zich aspecten van de traumatische gebeurtenis te herinneren.
  • Verlies van interesse: in dingen die iemand voorheen wel leuk vond, zoals activiteiten, sociale contacten en hobby’s. 
  • Geen positieve emoties meer voelen: in plaats daarvan ervaren veel mensen leegt of een vlak gevoel. 
  • Afstand van anderen: PTSS kan leiden tot een gevoel van afstand tot anderen, en/of het actief afstand nemen van anderen. Hierdoor kunnen zich geïsoleerd gaan voelen en moeite hebben met het aangaan of onderhouden van sociaal contact.

4. Hyper-arousal: hyperalertheid en spanningsklachten

Een laatste kernsymptoom van PTSS wordt ook wel ‘hyper-arousal’ genoemd en verwijst naar een verhoogde staat van spanning en alertheid. Net als bij de negatieve gevoelens en gedachten, zijn ook de symptomen van hyper-arousal ontstaan of verergerd na het meemaken van een traumatische gebeurtenis.

Veel mensen met PTSS herkennen het gevoel van constant ‘AAN’ staan, niet kunnen ontspannen, altijd op je hoede zijn. Dit is een uiting van hyper-arousal: té gespannen zijn.

Hyperarousal kan zich op verschillende manieren uiten:

  • Prikkelbaarheid: snel geïrriteerd, boos of gefrustreerd raken. Kleine irritaties kunnen leiden tot intense emotionele reacties, waaronder woede-uitbarstingen.
  • Hypervigilantie: ook wel verhoogde waakzaamheid of hyper-alertheid genoemd. Veel mensen met PTSS zijn constant op hun hoede en alert op signalen van gevaar. Dit maakt concentreren en ontspannen moeilijk. 
  • Overmatige schrikreacties: heftig schrikken van plotselinge geluiden, bewegingen, situaties of triggers die doen denken aan het trauma. Deze schrikreacties zijn intenser dan ‘normaal’ gesproken. 
  • Concentratieproblemen: vanwege constante interne onrust en hyper-alertheid op signalen uit de omgeving is concentreren en je aandacht op één taak richten moeilijk. 
  • Slaapproblemen: om te kunnen slapen is een bepaalde mate van ontspanning nodig. Door verhoogde alertheid, spanning en constante negatieve gedachten of herinneringen ontstaan vaak slaapproblemen. 
  • Roekeloos gedrag: impulsieve en roekeloze beslissingen nemen, zoals gevaarlijk rijgedrag, riskante activiteiten of onverstandige financiële keuzes. Dit gedrag kan voortkomen uit een gevoel van gevoelloosheid, of als afleiding voor intense en nare emoties en gedachten. 
  • Zelfdestructief gedrag: om (tijdelijk) te ontsnappen aan emotionele pijn, herbelevingen of constante spanning en gejaagdheid zoeken mensen soms verlichting in de vorm van zelfdestructief gedrag. Dit kan bijvoorbeeld gaan om zelfbeschadiging, drugs- en alcoholgebruik of riskant seksueel gedrag.

Dissociatieve klachten

Dissociatie wordt voornamelijk als symptoom van complexe PTSS gezien, maar ook mensen met PTSS kunnen last hebben van dissociatieve klachten.

Dissociatie is het tegenovergestelde van associatie: het gaat om het tijdelijk loskoppelen van het bewustzijn, waardoor zintuigelijke waarnemingen (wat je ziet, voelt, hoort, proeft, ruikt) niet of minder goed worden ervaren. Het kan ontstaan in reactie op een overweldigende ervaring, intense stress of triggers die verband houden met trauma. 

Dissociatie leidt vaak tot een gevoel van vervreemding, ten opzichte van jezelf, je omgeving en/of wat je ervaart. Mensen die gedissocieerd zijn voelen bijvoorbeeld even geen pijn, of maken niet bewust mee wat er precies gebeurd. 

Dissociatie kan variëren van lichte momenten van ‘er even niet helemaal bij zijn’, tot en met volledig uit contact zijn en niet meer kunnen bewegen. Dissociatieve klachten variëren daarnaast in frequentie: sommige mensen hebben er dagelijks meerdere keren last van, anderen maar heel af en toe.

   –> Lees meer over dissociatie

Lichamelijke klachten

Hoewel lichamelijke klachten officieel niet als symptoom van PTSS worden beschreven, komen ze wel heel veel voor. Deze lichamelijke klachten zijn vaak een direct gevolg van langdurig hevige stress ervaren.

Veel voorkomende lichamelijke klachten bij PTSS:

  • Hoofdpijn
  • Maag- en darmklachten
  • Hartkloppingen
  • Ademhalingsproblemen
  • Duizeligheid
  • Spier- en gewrichtspijn
  • Verminderde afweer: door chronische stress kan het immuunsysteem verzwakt raken, waardoor je kwetsbaarder wordt voor ziekten en infecties

Ergens naar op zoek?

Doorzoek alle content op specifiek onderwerp of thema.

Filter by Themas
Dissociatie
Ingrijpende jeugdervaringen
PTSS
Trauma

Deel dit artikel:

Leestip

Luistertip

Laat een opmerking achter

Heb je een opbouwende opmerking over deze pagina?
Laat je e-mailadres achter zodat we eventueel contact met je kunnen opnemen.