traumanet logo

DSM-criteria voor PTSS

PTSS werd in 1980 voor het eerst als psychische aandoening opgenomen in de derde editie van de Diagnostical and Statiscal Manual of Mental Disorders (DSM-III). De diagnostische criteria zijn in de loop der jaren steeds iets aangepast.

De DSM is een classificatiesysteem dat onder andere in Nederland en Amerika in de gezondheidszorg gebruikt wordt om psychische aandoeningen te classificeren. In de DSM zijn de diagnostische criteria opgenomen van inmiddels ruim 300 aandoeningen. Aan deze criteria moet ‘voldaan’ worden om een aandoening officieel vast te kunnen stellen.

   —> Lees hier meer over psychische aandoeningen en de DSM

PTSS in de DSM

In de DSM-III werd PTSS destijds omschreven als een aandoening die ontstaat nadat iemand een aanwijsbare traumatische gebeurtenis heeft meegemaakt of hier getuige van is geweest, en die wordt gekenmerkt door langdurige symptomen van het steeds opnieuw herbeleven van de gebeurtenis, vermijding van herinneringen aan de gebeurtenis en angst- en spanningsklachten.

Sinds de DSM-III editie zijn de diagnostische criteria voor PTSS verschillende keren aangepast. Zo zijn deze inmiddels uitgebreid met extra symptomen, waaronder negatieve veranderingen in stemming en cognitie, en ook de definitie van een traumatische gebeurtenis (het ‘A-criterium) is in de huidige DSM-5 editie aangescherpt.

Wat deze wijzigingen met elke nieuwe editie laten zien, is dat het denken over trauma en posttraumatische stress een voortdurend proces is dat zich in de afgelopen decennia enorm heeft ontwikkeld, en zich nog steeds blijft ontwikkelen.

Diagnostische criteria voor PTSS

De PTSS-classificatie wordt door een psycholoog of psychiater vastgesteld aan de hand van een aantal criteria. Het eerste criterium, ook wel het ‘A-criterium’ genoemd, is cruciaal. Het A-criterium gaat over het vaststellen van de traumatische gebeurtenis. In de DSM-5 wordt dit bondig omschreven als:

‘Blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld’.

Er wordt verder beschreven dat het A-criterium op vier verschillende manieren kan worden ervaren:

  • Zelf ondergaan van de traumatische gebeurtenis(sen).
  • Direct getuige zijn geweest van de gebeurtenis(sen) die een ander/anderen trof.
  • Vernemen dat traumatische gebeurtenis(sen) een naast familielid of goede vriend(in) is (zijn) overkomen. Hierbij moet het gaan om een gewelddadige gebeurtenis of ongeluk.
  • Ervaren van herhaaldelijke of extreme blootstelling aan gruwelijke details van traumatische gebeurtenissen, bijvoorbeeld als hulpverlener of politieagent.

Naast aanwezigheid van het A-criterium is er daarnaast ook sprake van de volgende symptomen, die langer dan een maand aanwezig moeten zijn:

  • Intrusies en herbelevingen: steeds terugkerende herinneringen aan de gebeurtenis(sen) in de vorm van flashbacks, herbelevingen of nachtmerries. Dit gaat vaak gepaard met intense emotionele en lichamelijke reacties.
  • Vermijding: of pogingen tot vermijding van pijnlijke herinneringen, gedachten of gevoelens over de traumatische gebeurtenis(sen).
  • Negatieve gevoelens en gedachten: begonnen en/of verergerd na de traumatische gebeurtenis. Dit kan onder andere gaan over somberheid en gevoelens van schuld en schaamte, en problemen met aandacht, concentratie en geheugen.
  • Hyperarousal: iemand voelt zich constant gespannen, alert, prikkelbaar en/of schrikt snel. Ook slaap- en concentratieproblemen komen veel voor.

   –> Lees hier meer over PTSS symptomen

PTSS met uitgestelde expressie

PTSS kan direct na een traumatische gebeurtenis worden ontwikkeld, maar het kan ook pas na langere tijd ontstaan. Soms zelfs jaren na het plaatsvinden van een traumatische gebeurtenis. Dit wordt ook wel ‘PTSS met uitgestelde expressie’ genoemd. Situaties later in het leven kunnen herinneringen aan eerder trauma doen opleven, waarna alsnog PTSS kan worden ontwikkeld. 

Kritiek op het A-criterium

Het ‘A-criterium’ is een complex criterium: in verschillende edities van de DSM is het op enigszins verschillende manieren beschreven, en er bestaat veel discussie over hoe strikt een traumatische gebeurtenis moet worden omschreven.

In de praktijk leidt dit ertoe dat mensen die een traumatische gebeurtenis hebben meegemaakt die niet voldoet aan het zogenaamde A-criterium, soms geen PTSS-classificatie krijgen. Terwijl ze wel ernstig lijden aan alle overige posttraumatische stressklachten. Dit kan vervolgens een probleem vormen voor toegang tot (vergoede) hulp: zonder een DSM-classificatie wordt zorg in Nederland niet of maar deels vergoed. 

Complexe PTSS (nog) niet in de DSM

Ondanks de grote ingezet van veel wetenschappers en hulpverleners om complexe PTSS als aparte classificatie in de DSM op te laten nemen, is dit tot op heden nog niet gebeurd. In Nederland kan complexe PTSS (volgens de DSM) dus op papier niet officieel gesteld worden, maar in de praktijk wordt er wel met complexe PTSS gewerkt. Zo zijn er verschillende behandelingen specifiek voor complexe PTSS, en er wordt ook veel onderzoek naar gedaan.

In de International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (afgekort ICD), een alternatief classificatiesysteem dat onder andere in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk wordt gebruikt, staat de ‘complexe posttraumatische stressstoornis’ overigens wél beschreven.

Ergens naar op zoek?

Doorzoek alle content op specifiek onderwerp of thema.

Filter by Themas
Ingrijpende jeugdervaringen
PTSS
Trauma

Deel dit artikel:

DSM-5 critiera PTSS

Leestip

Luistertip

Laat een opmerking achter

Heb je een opbouwende opmerking over deze pagina?
Laat je e-mailadres achter zodat we eventueel contact met je kunnen opnemen.