Jerome Stoel: ‘Ik zie de mens en het lijden achter de dissociatie.’
Jerome is lichaamsgericht traumatherapeut voor mensen die willen herstellen van vroegkinderlijke chronische traumatisering. Daarnaast faciliteert hij samen met zijn partner Wietske trauma sensitieve retraites voor mensen met een trauma-achtergrond én voor professionals die werken met mensen met trauma. Ook geeft Jerome achtweekse trauma sensitieve mindfulness groepen en begeleidt hij 10-daagse vipassana retraites.
Een gesprek over (eigen) trauma, bewustwording, benadering en heling.
Jerome zijn persoonlijke reis naar bewustwording en heling van eigen trauma en zijn professionele ontwikkeling tot traumatherapeut, lopen zo goed als parallel.
‘In 2002 deed ik een NLP training. Ik dacht in die tijd dat ik alles fout deed in mijn leven, maar daar ontdekte ik dat iedereen een eigen model van de wereld heeft. Dat het niet allemaal aan mij lag. Ik dacht ook dat ik nu eindelijk het licht had gezien. Nu wist ik hoe het zat, een kwestie van perspectief! Wist ik veel. Vervolgens deed ik zelf de NLP-trainersopleiding en ben ik zelf NLP trainingen gaan geven, maar het innerlijke lijden bleef bestaan.
Vanaf 2006 ging ik voor langere tijd in therapie. Ik startte met non dualistische therapie en self inquiry intensives.
Daar heb ik voor het eerst kunnen onderkennen hoe onveilig mijn jeugd is geweest
Ik was altijd al een erg angstig jongetje geweest met een lage eigenwaarde, maar begreep niet waar het vandaan kwam. Langzaam begon ik te realiseren dat er sprake was van een onveilige hechting.
Het trauma op deze hechting zat toen al lange tijd diep weggestopt. Je zou kunnen zeggen dat dit in mijn jeugd is afgesplitst en gevormd tot diepe dissociaties. Later in mijn leven zijn er overlevingsdelen ontstaan om deze trauma-energie onderdrukt te houden. Ik kon dit in stand houden door steeds maar heel veel te blijven doen en hard te werken. Er was een onrust ontstaan, die opkwam zodra ik niets te doen had.
De basale en existentiële angst die in die dissociaties opgesloten zat, kwam in een lange stilte retraite op een confronterende manier naar boven.
Het langdurig mediteren leidde mij mijn eigen, diep verborgen trauma in
Dat was in 2013, tijdens mijn eerste 60-daagse stilte vipassana retraite in Birma. Ik had in de jaren daarvoor al een paar 10-daagse retraites gevolgd en wilde er nu ‘echt’ voor gaan. In deze retraite ontwikkel je concentratie door je te blijven richten op het rijzen en dalen van het buikgebied. Je vernauwt je aandacht, waardoor alles als het ware samentrekt. En omdat het Birmese leersysteem erg autocratisch is, ging ik vanuit mijn overlevingsdelen hard werken en erg mijn best doen. Precies zoals ik altijd gewend was.
Er ontstond een geforceerde aandacht die ertoe leidde dat ik halverwege de retraite de rest van mijn lichaam kwijtraakte. Dit is een normaal fenomeen tijdens een retraite, maar ik dacht ‘Ik doe het niet goed genoeg’. Ik voelde schaamte. Alsof er overal kritisch op me werd gelet. En dus bleef ik nog beter mijn best doen: ik moest toch tijdens deze retraite van mijn angst af kunnen komen.
De beoefening leidde ertoe dat het leger en leger van binnen werd. Alles waar ik me normaal aan vasthield, zoals bepaalde gedachten, gevoelens, gewaarwordingen, begonnen weg te vallen en op een gegeven moment ervoer ik geen ‘ik’ meer, precies zoals in deze beoefening de bedoeling is. Maar in plaats van bevrijding, kwam er existentiële angst bovendrijven.
Mijn hart klopte als een razende en mijn bloeddruk werd torenhoog. Het was alsof ik de complete controle verloor. Omdat de strengheid zo groot was, ontstond er geen verlichtingservaring maar kwam ik regelrecht in mijn eigen hel terecht. Gelukkig bleef ik opmerkzaam: ik nam een koude douche om mezelf terug te halen.
Ook had ik stiekem een boekje bij me, ‘Healing Trauma’, van Peter Levine
Een boekje waarin ik precies kon lezen wat er met mij aan de hand was: het was ‘slechts’ trauma-energie die omhoog kwam. Ik paste de vaardigheden uit het boek toe om mezelf te reguleren en kon de beoefening voortzetten.
Aan de ene kant is het goed, dat trauma-energie omhoog komt. Want dat geeft een kans op verwerking. Maar aan de andere kant kan deze trauma-energie zo overweldigend zijn, dat we ons trauma herbeleven en we hierdoor zelfs kunnen her-traumatiseren. Het is dus belangrijk dat er een begeleider is die het ziet en je hier op een veilige manier doorheen loodst. En die je stevig en liefdevol terugbrengt binnen de grenzen van jouw eigen veerkracht.
In de retraites die ik daarna volgde ben ik steeds meer gaan leren hoe ik hiermee om kon gaan. En langzaam zijn er steeds meer dissociaties opgelost en zijn de trauma herinneringen verwerkt. Het heeft mij geholpen te realiseren wat de impact was van mijn onveilige jeugd en ik heb daar vriendelijkheid en compassie voor kunnen krijgen. Mettã, liefdevolle vriendelijkheid, is essentieel in de beoefening van vipassana inzichtmeditatie. Niet alleen gericht op jezelf, maar ook naar alle levende wezens.
Dit is waarom we de driedaagse trauma-sensitieve retraite hebben ontwikkeld
Hierin leer je de basis van vipassana meditatie en tegelijkertijd hoe je jezelf kunt reguleren. Ik geef deze trauma sensitieve retraites samen met mijn partner Wietske. Zij vertelt vanuit haar eigen ervaring met vroegkinderlijk trauma en jarenlange beoefening van vipassana hoe het voor haar werkt. Een belangrijk element in deze retraites is dat we de deelnemers uitnodigen om vriendelijkheid en compassie te ontwikkelen naar de hele moeilijke stukken in henzelf. Dit is een belangrijke stap in de verwerking hiervan.
Wij faciliteren ook trauma-sensitieve retraites voor professionals. Hierin doen we hetzelfde maar we nodigen ook uit tot het ontwikkelen van zelfzorg en zelfregulatie in relatie tot de trauma’s van anderen. Het vergroot ook het begrip van trauma en vaardigheden in het omgaan hiermee. En vooral nodigen we uit tot reflectie op eigen trauma’s, die zich vaak uiten in tegenoverdracht.
We merken dat hier vaak onbewustheid en schaamte op zit, waardoor we de verbinding met onszelf kunnen verliezen. En daarmee ook de verbinding met de ander.
Het gaat niet alleen maar om traumasensitiviteit naar buiten toe, maar ook naar binnen toe
Na de opleiding tot NLP trainer in 2004 volgde ik de opleiding tot neurofeedback therapeut. Ik raakte geïnteresseerd en kreeg begrip hoe de conditionering van ons brein werkt, en hoe je dit kunt her-conditioneren door het neuroplastische karakter van ons brein. We reageren zo automatisch op impulsen omdat ze geconditioneerd zijn. Onze diep onbewuste en onheilzame gewoontepatronen kunnen afgeleerd worden, en heilzame gewoontepatronen kunnen aangeleerd worden.
Het gaat dus niet alleen over waarom het is zoals het is, maar vooral over hoe het werkt en daarmee veranderd kan worden.
Ik was ondertussen begonnen met een eigen school als NLP trainer en een praktijk in neurofeedback therapie. Ik kreeg veel diverse cliënten, met allerlei problematiek. Steeds meer begon ik in te zien: wat er ook speelt, de oorsprong ligt ervoor. Er zit trauma onder de klachten. Mijn eigen geschiedenis bleek mijn drijfveer, en ik trok steeds meer mensen aan met dezelfde onveilige achtergrond als ikzelf.
Neurofeedback leidde mij naar Somatic Experiencing (SE). Hier leerde ik het in beweging brengen van vastgezette trauma-energie. Onafgeronde energie, in de vorm van onderdrukte gedissocieerde herinneringen of emoties, die zich vastzet in het lichaam kan op deze manier gedoseerd ontladen. Ook raakte ik zelf steeds verbonden met mijn eigen lichaam.
Hierna heb ik veel meer opleidingen gevolgd, en ben in therapie blijven werken aan mijn eigen herstel. Als therapeut vind ik het belangrijk om te blijven leren en opleidingen te volgen. Op deze manier heb ik geleerd zo goed mogelijk te kunnen werken met mensen met ernstig vroegkinderlijk trauma, de groep cliënten met wie ik werk. De Master opleiding in vroegkinderlijke chronische traumatisering bij de trauma academie CELEVT (nu PAO) heeft mij erg geholpen om te werken met mensen met CPTSS en DIS.
DIS is een normale overlevingsreactie op abnormale omstandigheden in de vroege jeugd
Dissociatie is een overlevingsmechanisme, als onderdeel van trauma. Dissociatieve delen bij dissociatieve stoornissen kunnen beter als een set van complexe overlevingsmechanismen worden gezien dan als een stoornis. Dissociatieve delen hebben ieder een eigen, afgesplitste identiteit. Als er een deel op de voorgrond staat, is iemand zich vaak niet bewust van de andere delen. Dissociatieve delen kunnen zich op mentaal, fysiek en emotioneel gebied uiten.
Het werken met dissociatieve delen is een precair en kwetsbaar proces. Dit vraagt veel meer dan een techniek of methode zoals bijvoorbeeld IFS, Schematherapie of EMDR die vaak als heilige graal worden gezien.
Het vraagt in eerste instantie het vermogen om een relatie aan te gaan met de persoon en alle traumadelen die hij of zij meedraagt, en in staat kunnen zijn het lijden erachter te zien. Het vraagt een behandelstrategie die is afgestemd op het dynamische systeem, of systemen van delen, waarin kindsdelen, vermijdingsdelen en dader imiterende delen afwisselend op de voorgrond staan.
Uiteindelijk leert de persoon om de binnenwereld met vriendelijkheid en compassie te benaderen, vallen de vermijdingsmechanismen weg en komt er meer synergie in het systeem.
Veel therapeuten en psychologen werken vanuit beheersing en oplossingsgerichtheid
Structuur en kaders zijn goed. Je moet niet eindeloos meebewegen met dissociatieve delen, dat leidt ook nergens toe. Maar het gaat bovenal om het bieden van een balans waarin iemand zich begrepen voelt en de diep verborgen kindsdelen een stem mogen krijgen.
Wat ik vooral zie bij mensen met dissociatieve klachten, is een geschiedenis van niet gezien en niet gehoord worden. Mensen met dissociatieve klachten kampen vaak met fight, flight, freeze of fawn reacties. Hierin worden ze in therapie meestal begrensd en aangesproken op hun gedrag.
Het is dan net alsof dissociëren een keuze is. Een strengheid die gaat over goed of fout. Hierdoor komen mensen juist eerder in onmacht terecht en worden de trauma’s eerder bevestigd dan begrepen.
Traumasensitiviteit is een voorwaarde voor het kunnen verwerken van trauma
Het is belangrijk dat je als begeleider begrijpt wat er bij iemand gebeurt. Dat er delen in paniek zijn. Dat dissociatie heel subtiel kan zijn, vooral als delen gaan pleasen. En dat je als therapeut laat weten: Ik zie je, ik snap wat er gebeurt in je. Compassie hebben. En veel aandacht voor wat mogelijk triggerend kan werken voor delen.
Ik verlang daarom dat er veel meer menswaardigheid komt in onze maatschappij. Dat we vriendelijkheid gaan zien als een kracht in plaats van een zwakte.
Mijn huidige leraar, Ayya Virañani is wat mij betreft een groot voorbeeld hierin. Zij ademt Mettã, liefdevolle vriendelijkheid en laat daarin een enorme dosis moed zien, in haar stichting Mettã in action. Ze blijft ten alle tijden vriendelijk en doet veel goeds in conflictgebieden op deze wereld. Bij haar komt het van binnenuit. Zij is van nature traumasensitief.
Het is mijn wens om deze liefdevolle vriendelijkheid steeds meer te belichamen en anderen hierin te kunnen trainen.
Wat mij hoop geeft, is een nieuwe generatie die opstaat
Bijvoorbeeld Anne Marsman, met het initiëren van Traumanet. Er komen zulke prachtige nieuwe initiatieven van de grond. Gericht op sharing, duurzaamheid, mensgerichtheid. Een grote groep die veel vrijer denkt, eigenzinnig is en oneindig veel moed heeft om het juiste te doen in deze verdeelde wereld.
Gelukkig zijn er veel lichtpuntjes aan het ontkiemen.
Jerome Stoel is lichaamsgericht traumatherapeut voor mensen die willen herstellen van vroegkinderlijk trauma, NLP trainer, Mindfulness MBSR trainer en Somatic Experiencing Practioner. Vanuit zijn eigen praktijk Traumawijs faciliteert hij naast traumatherapie ook trauma sensitieve trainingen en retraites voor traumaheling en het ontwikkelen van trauma wijsheid.
2 reacties
Wat een mooie, wijze en liefdevolle kijk op werken met trauma.
Vriendelijk en menswaardig, anderen zien. Het blijft koorddansen: begrijpen en ruimte bieden.
Daarin zuiver blijven als begeleider vraagt veel bewustzijn.
Inspirerend!
Wat fijn dat de “fawn” respons ook eens duidelijk wordt uitgelegd.